Ernstig ziek lag de aartsbisschop Boemund II., die van 1354-1362 het Aartsbisdom van Trier gereerde op zijn kasteel "Landshut" in Bernkastel.
Veel artsen probeerden hem de helpen maar niemand wist de ziekte te bestrijden. Ongelooflijke hoeveelheden theedranken en bittere medicijnen waren al door Boemund ingenomen; het was tevergeefs. In het hele aartsbisdom liet hij mededelen op zoek te zijn naar iemand die hem kon helpen. Natuurlijk met een juiste beloning.
Tegelijkertijd woonde op zijn kasteel Hunolstein in Hunsrück een rijke ridderman. Hij had gevochten als een jonge man in de strijd, in sneeuw en ijs en in de hitte. Hij was volwassen geworden, maar niet moe. Als deze ridder op koude winterdagen moe was of zijn botten pijn deden, werd hij altijd geholpen door een goed glas wijn uit Bernkastel. De ridder had bezit in Bernkastel en kon daarom een fatsoenlijk glas nemen, niet alleen een ellendig slokje. Toen de ridder van de zieke man op de burcht Landshut hoorde, begaf hij zich naar het kasteel met een vat wijn. Boemund schrok, want hij dacht dat hij een heel vat bittere medicijnen zou moeten drinken. De ridder vulde echter een beker met de heldere, gouden wijn, waarvan de geur onmiddellijk door de hele kamer stroomde. Toen verdwenen de zorgen van de zieke heer. Hij stond op van zijn kussens, nam het geschenk en drank het glas in een slok leeg. De nieuwe genezingskuur trof de verrukte aartsbisschop: hij werd gezond en dankbaar gaf hij de wijn de naam "Bernkasteler Doctor", die hij vandaag nog steeds heeft.
In de voetsporen van een legende
Op deze manier kreeg de "Bernkasteler Doctor" zijn naam. Deze sage was voor ons redenen om een speciale stadrondleidig te ontwikkelen: de rondleiding met de “Bernkasteler Doctor”. De 90 minuten durende tour door de oude binnenstad van Bernkastel omvat - nomen est omen - 2 glazen Doctorwein.