Allerheiligen Kapel Müstert

Het huidige bouwwerk werd in 1553 gebouwd en in 1680 ingewijd. De binnenkant van de kapel werd bepaald door twee zijaltaren en het hoogaltaar uit hout met 2 schilderingen op hout; boven de bekroning van Maria, onder in het ronde boogveld tussen twee paar Korinthische zuilen en vleugels uit opengewerkte houtgesneden acanthusranken een Allerheiligen-voorstelling; op het altaar sluiten aan beide zijden ronde boogdeuren aan, waarboven engelenfiguren in een krans van licht zijn aangebracht.

De naam „Müstert“ komt uit het Latijnse „monasterium“ en wijst erop, dat zich hier vermoedelijk reeds in de 6e/7e eeuw een kerkelijk centrum bevond, dat in de eerste fase van de beginnende missionering en christianisering van de landgebieden van toenemend belang was en later verantwoordelijk was voor de zielzorg in het gebied Piesport - Emmel - Müstert (niet zozeer een monikkenklooster, dan wel een gemeenschap van clerici). Wij kennen een dergelijk voorbeeld voor het gebied links van de Beneden-Moezel. Daar wordt in de eerste helft van de 7e eeuw als kerkelijk centrum een „Monasterium“ op het Meiveld genoemd (Münster-meiveld). Er kan worden aangenomen, dat het parochiedistrict Monasterium - Müstert de dupe werd van de Noormannenbestorming aan het begin van het jaar 882 en dat zijn functies in de periode van de wederopbouw weer werden overgenomen door de gemeentekerken van Emmel en Piesport. In de aan ons overgeleverde akten verschijnt Müstert in 1055 als Munster, in 1098 als Munstre, in 1179 als Monasterium en nog aan het begin van de 19e eeuw als Münster. Sinds het begin van de 12e eeuw treedt in de bronnen de abdij Mettlach/Saar op als eigenaar van een grootgrondbezit en van het patronaats- en belastingsrecht met een landgoed in Piesport. Zo schonk in 1102 de clericus Ernest zijn vrij erfgoed (totaalbezit) in Münster = Müstert aan het klooster. Over de rechtsverhoudingen van dit landgoed zijn sinds 1488 meerdere rechterlijke uitspraken. In de tijd van Napoleon kwam er een einde aan de horigheid, want het landgoed, af en toe ook Mariahof genoemd, werd op 07-06-1805 samen met zijn goederen voor 2566 daalders bij opbod verkocht.